Ter voorbereiding op de herdenking Rozenboom kregen de leerlingen van klas 3 gastlessen van nabestaanden en andere betrokkenen. Stuk voor stuk indrukwekkende lessen. Het is mooi om op deze manier als Celeanum bij te dragen aan het doorgeven van onze vrijheid.
Er waren verschillende gastsprekers. Zo vertelde dhr. Heutenik een zeer indrukwekkend verhaal over de verzetstrijder Kees de Wit. Kees hielp Joodse kinderen bij hun ontsnapping uit de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, waarna ze met een boot naar Lemmer voeren en van daaruit verder naar hun onderduikgezinnen. De leerlingen van klas 3 hebben ingespannen geluisterd en de wending van het verhaal was er één die ze niet gauw zullen vergeten: pas aan het eind bleek dat Kees de Wit een pseudoniem was en dat hij de vader van dhr Heutenik is.
Mevrouw Kramers heeft verteld over haar familiegeschiedenis. Ze heeft een familieportret nagemaakt. Deze zie je op de foto. De mensen in het grijs hebben de oorlog niet overleefd. Toen de oorlog uitbrak in 1940 woonde de moeder van mevrouw Kramers, Paula, met haar ouders en 3 grote broers in Amsterdam. In 1943 werd Paula thuis opgepakt door de Duitsers en na drie maanden in Kamp Vught doorgestuurd naar Kamp Westerbork. Daar kreeg Paula een baantje in het ziekenhuis. In Westerbork werd Paula weer herenigd met haar ouders. Maar in september 1944 werd de grootste angst waarheid: deportatie naar concentratiekamp Theresiënstadt. De omstandigheden daar waren erbarmelijk en Paula werd tewerkgesteld in de Duitse oorlogsindustrie. Na de bevrijding door de Russen keerden Paula en haar ouders terug naar Nederland.
Machlien Vlasblom en Marion de Groot hielden samen een lezing vanuit verschillend perspectief. Marion de Groot vertelde over haar familiegeschiedenis en hoe haar grootvader bij toeval in Amsterdam wordt herkend door een NSB-er, de Zwollenaar Herman Heukels, en vervolgens gedeporteerd. Machlien Vlasblom schreef als historica een boek over deze Herman Heukels en zijn broer Jan: Wij waren supermannen.