Op zaterdag 3 oktober 1942 werd een grote groep Joodse Zwollenaren gedeporteerd naar Kamp Westerbork vanuit de gymzaal van het Celeanum, toentertijd aan de Veerallee gezeten. Vrijwel niemand van deze groep overleefde de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Elk jaar herdenkt het Celeanum deze deportatie vanuit de gymzaal.
De leerlingen van klas 3 hebben een grote rol tijdens de herdenking. In de week voorafgaand hebben zij een gastles gehad van mevrouw Frankenhuis die vertelde over haar familie die ook gevangen heeft gezeten in de gymzaal. Daar is het boek Gerson over verschenen. Tijdens de lessen kunst hebben de leerlingen bloemen geëtst passend bij het huis waarvandaan de mensen zijn weggevoerd. Een aantal van deze kunstwerken is te zien aan de Westerlaan.
Samen met de genodigden liepen de leerlingen in een tocht van de Westerlaan naar de Veerallee. Voor de oude gymzaal aan de Veerallee staat het monument de Rozenboom gemaakt door de kunstenares Iris le Rütte. Inspiratiebron voor dit beeld was een tekst uit het dagboek van Etty Hillesum, geschreven op de dag dat de gezinnen in het gymnasium bijeengedreven werden, op 2 oktober 1942: “Vruchten en bloemen dragen op elke grond, waar men geplant is, zou dat niet de bedoeling zijn?”
De leerlingen van klas 3 lazen bij het monument de namen van alle mannen, vrouwen en kinderen en legden vervolgens een witte roos. Tijdens de herdenking vertelde Maurits Hes, zoon van een oud-leerling, hoe zijn vader gevangenschap in de gymzaal had weten te ontlopen en hoe belangrijk gedenken is. Mini Jurjens vertelde over de adoptie van de Stolperstein voor de 5-jarige Mozes Caneel en de reden waarom zij dit heeft gedaan. Wijkwethouder Anja Roelfs sloot de herdenking af met een mooie toespraak, waarbij zij de leerlingen bedankte voor hun bijdrage aan de herdenking en het belang van naar elkaar omzien.